Voedingsadvies voor volwassenen met ondervoeding door een ziekte

Vraag van dit literatuuronderzoek

Kan voedingsadvies met of zonder orale bijvoeding ziektegerelateerde ondervoeding bij volwassenen verbeteren?

Achtergrond

Zieke mensen hebben vaak weinig eetlust of voelen zich ziek door medicijnen of andere behandelingen. Ze eten hierdoor minder dan normaal. Minder eten gedurende een langere periode kan leiden tot gewichtsverlies, ondervoeding, meer gezondheidsproblemen en overlijden. Zorgverleners kunnen voedingsadvies geven om mensen te helpen weer goede eetgewoonten aan te nemen. Ze kunnen eiwitrijk en energierijk voedsel aanbevelen zodat deze mensen kunnen aankomen en hun voeding en algemene gezondheid verbeteren. Orale bijvoeding, met of zonder bijkomend voedingsadvies, wordt vaak aangeboden aan zieke mensen. Dit is extra voeding die via de mond wordt ingenomen, zoals bijvoorbeeld kant-en-klare drankjes, als aanvulling op de gewone voeding.

Om het beste antwoord op onze vraag te vinden, zochten we naar studies die 5 behandelingen met elkaar vergeleken: voedingsadvies vergeleken met geen advies; voedingsadvies vergeleken met orale bijvoeding; voedingsadvies én orale bijvoeding vergeleken met voedingsadvies; voedingsadvies en indien nodig orale bijvoeding vergeleken met geen voedingsadvies; en voedingsadvies én orale bijvoeding vergeleken met geen voedingsadvies én geen orale bijvoeding. Om deze behandelingen op eerlijke manier te vergelijken, zochten we naar gerandomiseerde gecontroleerde studies. In dit soort studies worden mensen willekeurig (zoals bij het opgooien van een muntstuk) over de verschillende behandelingsgroepen verdeeld. 

Zoekdatum

Het bewijs is up-to-date tot: 1 maart 2021.

Kenmerken van de studies

We vonden 94 studies (met in totaal 10 284 mensen) die we in ons literatuuroverzicht konden opnemen. Hoewel oudere mensen een hoger risico hebben op ondervoeding, waren de mensen in deze studies tussen 17 en meer dan 80 jaar oud. Ze woonden thuis, in de gemeenschap of in het ziekenhuis. Ze hadden uiteenlopende gezondheidsproblemen, waaronder kanker, dementie en nieraandoeningen. De studies volgden de deelnemers voor de duur van hun verblijf in het ziekenhuis of bij sommige mensen tot zes en een half jaar in de gemeenschap.

Belangrijkste resultaten

Er is geen bewijs dat een van de behandelingen invloed had op hoe lang veel van de mensen in de studies leefden. Ze rapporteerden enkele positieve veranderingen in energie-inname (gemeten in calorieën), eiwitinname, gewicht, spiermassa en levenskwaliteit. Er waren enkele verminderingen in complicaties en in de duur van de ziekenhuisopnames. Er is echter geen duidelijk bewijs over welke behandeling het beste helpt of hoe lang het duurt voordat je er voordeel van hebt. Weinig studies vermeldden de resultaten voor mannen en vrouwen apart, dus we kunnen niet zeggen of er verschillen omwille van geslacht waren. Geen enkel onderzoek registreerde informatie over ongewenste voorvallen (neveneffecten), dus we kunnen er geen samenvatting van geven.

Er is meer onderzoek nodig om uit te zoeken wat de beste manieren zijn om mensen die gewicht verliezen door ziekte te helpen om hun gewicht, overleving en levenskwaliteit te verbeteren.

Zekerheid van het bewijs

Over het algemeen beoordeelden we de zekerheid van het bewijs als laag voor de meeste resultaten, wat betekent dat we niet zeker kunnen zijn van de bevindingen die we beschrijven. Daar waren verschillende redenen voor. Voor verschillende vergelijkingen waren slechts enkele studies voorhanden. Sommige studies hadden dan ook nog eens weinig deelnemers. Er waren problemen met het ontwerp en de uitvoering van sommige studies die de resultaten kunnen hebben beïnvloed. Sommige mensen wisten welke behandeling ze kregen. We denken dat dit invloed kan hebben op de manier waarop ze sommige veranderingen rapporteerden, bijvoorbeeld hun energie- en eiwitinname, lichaamsgewicht en levenskwaliteit. We denken dat de manier waarop beslist werd in welke groep iemand terecht kwam aan het begin van het onderzoek sommige resultaten kan hebben beïnvloed, bijvoorbeeld bij verandering in gewicht, verandering in spiermassa en sterfte.

We hadden bepaalde gegevens nodig om te begrijpen of volwassenen met ziektegerelateerde ondervoeding hun overleving, gewicht en algemene levenskwaliteit kunnen verbeteren als ze voedingsadvies krijgen met of zonder orale bijvoeding. Geen van de studies beschreef alle resultaten die we nodig hadden om dit te doen. We konden niet inschatten of de behandelingen de deelnemers een voordeel gaven, zoals een korter verblijf in het ziekenhuis, een lager risico op heropname in het ziekenhuis of het ontwikkelen van complicaties. De lage zekerheid van bewijs, met zelfs geen bewijs op veel gebieden, betekent dat we geen uitspraken kunnen doen over de mogelijke voordelen en nadelen van deze behandelingen, ondanks het feit dat ze op grote schaal worden gebruikt in de praktijk. We bevelen aan dat studies in de toekomst zo worden ontwikkeld dat ze de gezondheidsuitkomsten die belangrijk zijn voor de patiënt evenals mogelijke neveneffecten nagaan.

Translation notes: 

Vertaling door Anne-Catherine Vanhove, Cochrane België en Cochrane Nederland. Foutje gespot? Laat het ons weten via: cochrane.belgium@gmail.com

Tools
Information